Hoe verbeter ik mijn hardloopprestatie?
Lopen met een vermogensmeter
Hardlopen met behulp van hartslagzones in plaats van snelheidszones heeft tot voordeel dat de fysieke thermostaat van het lichaam veranderingen in gesteldheid aangeeft en dat je per dag hierop de loopsnelheid per hartslagzones zou kunnen aanpassen. Denk bijvoorbeeld aan ziekte: je hebt griep gehad en hebt 2x de periode van de koorts rust gehouden hetgeen verstandig is. Je probeert weer te gaan lopen en merkt dat je 2 km per uur rustiger moet lopen om bij dezelfde HF te lopen. Dit is ook verstandig want je hebt wat ingeleverd en het lichaam is even niet in staat om met evenveel gemak een bepaald tempo te lopen.
Het is echter ook zo dat de HF als thermostaat van het lichaam in een aantal gevallen faalt. Ten eerste loopt de HF geleidelijk op om pas na een aantal minuten en soms pas na 10 minuten de HF aan te geven die bij het gegeven tempo past. Ten tweede treedt er vaak na 30-45 minuten de zogenaamde cardiac drift op die samenhangt met mogelijk wat dehydratie (minder bloedvolume in circulatie) en wat vermindering van de intramusculaire coördinatie waardoor de HF wat oploopt bij gelijke snelheid.
Ten derde is de hartfrequentie in de zones behoorlijk afhankelijk van de omgevingstemperatuur en luchtstroom. Bij hogere temperatuur zal de doorbloeding van de huid toenemen als afkoelingsmechanisme. Deze bloedvaten worden parallel aan het spiervaatbed open gezet waardoor een deel van het bloed het spiervaatbed bypasst en er dus voor er een bepaalde metabole drempel in de spieren gepasseerd wordt er veel meer bloed uitgepompt dient te worden dan bij koudere omstandigheden. Dit is alleen mogelijk door het hart sneller te laten pompen.
De meest efficiënte methode om af te koelen is zweten en deze convectiemethode door de bloedvaten open te zetten is second-best. Dus atleten die goed kunnen zweten zullen dit effect minder ervaren dan atleten die slecht kunnen zweten. Deze laatste atleten zullen een rode huid en een rood gezicht hebben bij warmte.
Bovenstaand verhaal is een pleidooi om zowel HF als snelheid (dus GPS data) te gebruiken.
Er zijn echter omstandigheden waarbij de snelheid minder goed de intensiteit van de inspanning weergeeft dan je denkt. Zoals bij het fietsen het vermogen meer zegt over de geleverde inspanning dan de snelheid waarmee je fietst geldt dat ook voor het lopen. Lopen met wind tegen of heuvel/viaduct op levert een hoger geleverd vermogen bij dezelfde snelheid op. Bovendien zijn er allerlei omstandigheden waardoor je in bepaalde fasen van je trainingsvoorbereiding economischer of minder economisch loopt op een vlakke weg. In deze gevallen is het handig en verstandig ook je vermogenszones te weten.
Op het SMA is het ook mogelijk om je vermogenszones te laten bepalen.