Trainen rond je anaerobe drempel.

Je grenzen kennen”             
 

Of het nu om sprintjes van 30 seconden gaat, blokken van 5 minuten op tempo, of lange stukken net onder wedstrijdtempo – ze hebben allemaal hetzelfde doel: jou sterker en sneller maken. Maar wist je dat de échte kracht van intervaltraining pas tot uiting komt als je weet waar jouw anaerobe drempel ligt?                

Wat is de anaerobe drempel?

De anaerobe drempel, vaak ook omslagpunt genoemd, is het punt waarop je lichaam niet meer al zijn energie uit zuurstof kan halen. Vanaf daar gaat het meer leunen op de zogenaamde anaerobe energievoorziening. Dat betekent dat er meer lactaat (melkzuur) in je spieren ontstaat dan je lichaam kan verwerken. Zolang je net onder die drempel blijft, kan je lijf het lactaat netjes afvoeren of zelfs hergebruiken als brandstof. Maar ga je eroverheen? Dan stapelt het zich op en ga je “in het rood”. Hoe harder je erboven zit, hoe korter je dat volhoudt.

Waarom is dit zo belangrijk voor intervaltraining?

Veel trainers plannen intervallen rond de anaerobe drempel, omdat dit de zone is waarin je het meest efficiënt aan je uithoudingsvermogen werkt. Je lichaam leert dan beter omgaan met hogere lactaatwaarden: het transporteert en verwerkt lactaat efficiënter, en maakt er opnieuw energie van. Het resultaat? Je kunt langere tijd een hoog tempo vasthouden zonder volledig te verzuren. Of je nu droomt van een snellere 10 kilometer, een scherpe tijd op de halve marathon, of simpelweg minder “opgeblazen benen” tijdens die zware klim op de fiets – dit is de sleutel.

Hoe kom ik erachter waar mijn anaerobe drempel ligt?

Om dit slim aan te pakken, moet je wél weten waar jouw persoonlijke drempel ligt. Want dat punt is voor iedereen anders. Twee lopers kunnen exact hetzelfde tempo lopen, maar voor de een is het “comfortabel hard”, terwijl de ander al ver over zijn drempel heen is. Daarom is een inspanningstest met ademgasanalyse zo waardevol. Tijdens zo’n test draag je een masker waarmee je zuurstofopname (VO₂) en koolstofdioxide-uitstoot (VCO₂) gemeten worden. Met die gegevens kan de sportarts of inspanningsfysioloog precies zien welk energiesysteem op welk moment het meeste werk doet, en waar jouw omslagpunt ligt tussen het aerobe en anaerobe systeem.

Concreet voordeel voor jouw training.

Met deze informatie kan een trainer of coach jouw schema veel gerichter opbouwen. Geen “one size fits all”, maar intervallen die écht aansluiten bij jouw lijf. Je weet exact wanneer je stevig maar efficiënt traint, en wanneer je jezelf juist onnodig sloopt. Bovendien geeft zo’n test je houvast en motivatie: je krijgt harde cijfers over je huidige conditie én ziet waar ruimte voor verbetering ligt.

Klaar om jouw grenzen te ontdekken?

Wil je weten waar jouw anaerobe drempel ligt en hoe je daar optimaal op kunt trainen? Bij Sportgeneeskunde Midden Nederland kun je een uitgebreide inspanningstest met ademgasanalyse.