Hiel-, midden- of voorvoetlanding?
Er wordt veel geschreven en gezegd over de manier van een voetlanding tijdens het hardlopen. Vaak pretendeert men dat een voorvoet landing de snelste manier is en dus de beste manier van hardlopen is. Of dat je absoluut niet op je hiel mag landen. De meningen “lopen” uiteen. Zo wordt er gevraagd en ongevraagd advies gegeven over wat wel of niet goed is. Voor de hardlopers onder ons geeft dat de nodige onduidelijkheid.
Wij zullen aan de hand van de beschreven literatuur verdieping geven of jij nu een goede manier van afwikkelen hebt of dat het tijd is voor verandering.
Type landing
Een voorvoet landing betekent een landing op de bal van de voet bij het eerste grondcontact. Je ziet de voorvoetlanding sowieso bij sprinten. Hierbij wordt in de hele contactfase van de voet met de grond geen contact gemaakt met de hiel.
De middenvoet landing: hierbij land je tegelijkertijd op de voorvoet en de hiel bij het eerste grondcontact.
Een loper met een hiellanding landt eerst met de hiel, waarna de voet verder afgewikkeld wordt. De grote meerderheid van hardlopers blijkt hiellander te zijn, althans als ze schoenen dragen (gemelde percentages variëren van 75-89%).
Het is algemeen bekend naarmate de loopafstand langer wordt, men vaker op de hiel gaat landen. Trainers adviseren echter vaak om juist niet te landen op de hiel. Het idee is namelijk wanneer je meer op de midden of voorvoet gaat landen, dat dit jouw loopefficiëntie bevorderd. Je gebruikt namelijk meer de zgn. “springveren” van je lichaam, de achillespees en de fascia plantaris. Deze structuren slaan de energie als het ware op en deze wordt bij de afzet teruggegeven (veerfunctie) waardoor het deze spieren minder energie zou kosten om je voort te bewegen. Deze manier van hardlopen zien we terug bij toplopers.
Het blijkt echter zo te zijn dat er ook een percentage van de toplopers een hiellanding heeft. De elasticiteit die je energie doet opslaan in de spieren bij de landing en je teruggeeft bij de afzet blijkt zeker niet een gevolg te zijn van de manier van voetplaatsing tijdens de landing maar is veel meer een eigenschap van de spieren zelf. Deze bepaalt in combinatie met de bouw en proporties van je ledematen of de hiellanding of voorvoetlanding voor jou het meest efficiënt is.
Wel is bekend dat een specifieke voetlanding een belasting geeft van specifieke gewrichten. De enkel en kuit en achillespees worden meer belast door voorvoetlanding en de knie en knieschijf worden meer belast door hiellanding. Ook wordt door hiellanding het scheenbeen meer belast.
De bijbehorende knieblessures en stressfractuur van het scheenbeen zijn echter (nog) niet in een wetenschappelijk onderzoek gerelateerd aan de hiellanding. Net zomin als dat men kuit, achilles- en enkelblessures (nog) niet aan de voorvoetlanding heeft kunnen relateren.
Het veranderen van je patroon van landen kan soms voordelen opleveren maar vergt ook vele biomechanische aanpassingen van het lichaam. Dat vergt tijd en moet heel gedoseerd gebeuren. Het kan juist (nieuwe) blessures veroorzaken.
Ons advies is om niet zomaar jouw manier van voetlanding te gaan veranderen. Mocht je dat willen doen, doe dat altijd onder goede begeleiding van je trainer/coach maar wees wel kritisch waarom je iets zou willen veranderen. Onze experts bij Sportgeneeskunde Midden Nederland kunnen jou daar ook bij helpen.